
Op deze maandag, ruim een week voordat Nederland in lockdown gaat vanwege het coronavirus, beginnen we onze tweedaagse met Govert Buijs als onze docent. Het wordt voorlopig de laatste keer dat we elkaar live ontmoeten. Onze studie breekt hierna op en krijgt daarna een aangepast en deels uitgesteld vervolg.
Op zijn site schrijft Govert over zichzelf:
Wat mij fascineert is de manier waarop grote groepen mensen of zelfs hele samenlevingen in de greep kunnen komen van bepaalde ideeën en ideologieën en hoe dit vervolgens doorwerkt in de vormgeving van de politieke orde, van de economische orde en van de samenleving als geheel.

Dit is te herkennen in de thema’s die zijn boeken aansnijden
- Waarom werken we zo hard
- Het goede leven en de vrije markt
- Eerherstel van de ziel (moet nog verschijnen)
Met Govert denken we deze dag na over de tijd waarin wij leven. We kunnen daar sociologisch naar kijken en spreken over de krimp van de kerk en daar vanuit een heimwee kijken naar hoe het was. Maar dat gaat ons niet helpen. Het is belangrijk de situatie te erkennen en de nieuwheid te beamen. Hierbij passen geen modellen, maar openheid naar de context. Kijk naar de Latijnse kerkvaders die veel wijsheid van de Griekse filosofen binnenhaalden. Door hun openheid naar de cultuur en de relaties die ze hadden kon de vroege kerk zich ontwikkelen en groeien.
Als het om dat gesprek met “onze cultuur” gaat zitten we al snel vast in onze eigen taal die anderen niet verstaan. We zien dat de rol van de kerk overgenomen wordt door psychiaters als Dirk de Wachter, Manou Kierse e.a. Zij weten een dimensie te raken die bij de “core-business” van de kerk zou mogen horen: “aandacht hebben voor de ziel”.
We hebben van geloof een aparte taal en daarmee een aparte wereld gemaakt. Geloven is het leven. Het komt erop aan om het gewone leven weer religieus te lezen en te duiden. Wat Pasen is weten veel mensen niet meer. Maar de gebrokenheid van het leven kent iedereen. We zijn de gedachte van de maakbaarheid van het bestaan voorbij. En daar raak je aan de vragen van het het echte mensenleven.
In de middagsessie komt Govert met het verhaal van zijn buurvrouw. Een vrouw zonder opleiding, maar met kennis van de ziel. Als de rol van prins Bernhard in de Lockheed affaire bekend wordt gemaakt, spreekt zij de woorden “ons hart is arglistig”. Ze wijst niet met een vinger, maar laat zien dat we hier als mensen allemaal gevoelig zijn. Dat we onszelf bedriegen. Hier gaat het in de bijbel over, over het echte mensenleven. Het is belangrijk om het gewone leven weer religieus te duiden.
Ondanks de tijd van secularisatie zitten films uit deze tijd vol met spiritualiteit. Gods Koninkrijk is meer nabij dan we soms denken. Met de sociologie komen we dan niet uit. Maar het is zaak om onze ogen goed open te hebben en de “aardsheid” van Jezus te zien.
Wat de lege kerken betreft. Er is geen voorspelling te doen of het zo blijft, Taylor spreekt zelfs van een fundamentele onvoorspelbaarheid. Zo waren er in 1850 zeer weinig kerkgangers in Amsterdam, terwijl in 1890 de kerken vol zaten. Er is geen wet dat Nederland seculier blijft. Niemand had in 1950 kunnen denken dat Nederland koploper zou worden in de secularisatie samen met Engeland en Canada.
Dat de kerk in de VS nog sterk aanwezig is heeft o.a. te maken met het feit dat de samenleving hard is en er minder sprake is van een verzorgingsstaat. Dan is er behoefte aan de sociale functie die de kerk heeft en aan gemeenschap.
We moeten in opstand komen tegen de gedachte dat het vroeger beter was: God roept ons vandaag!
“Eerherstel voor de ziel”
In de middagsessie staat het thema van de komende publicatie van Govert Buijs centraal: “eerherstel voor de ziel.” Waar hebben we het over als het over de ziel gaat?
Kennis van de echte mensen wereld is existentiële kennis tegenover moleculaire modelmatige mathematische kennis die we op school opdoen. Het gaat dan om de wereld van betekenis met zaken als blijdschap, verdriet, liefde, recht en onrecht etc…. De bijbel is verkenningsboek van het echte leven. De ziel is het orgaan waarmee wij ons in de echte mensenwereld oriënteren.
Empirisch gezien is het idee dat we een zelfbepalend iets zijn onzin. De ziel is zeer beïnvloedbaar. We moeten leren navigeren en zijn daarbij zwakke kapiteins op een wankel bootje. Kennelijk ervaren wij in onze ziel verschillende krachten die op ons inwerken, daarbij valt te denken aan de manipulatieve kracht van de macht, de markt en de media. Het gaat goed als we ons laten leiden door de kracht die de bijbel agape noemt.
De bijbel legt de ontzettende creatieve kracht van de agape bloot. Daar moet je op afstemmen. Elia moet afkicken van God als God van de donder en bliksem, hij moet naar het suizen van de stilte toe. God is niet bij de hoge vorst, maar bij de lijdende knecht. Die is Hij zelf. Filosofisch zou je dat zo kunnen zeggen: het leven zet zich voort door agape. Het is het meest verstandig om met deze kracht te spreken. Dan is er ruimte om te antwoorden. God praat en de mens praat. Als een critical friend. Hier valt te verwijzen naar een citaat van Buber: de geschiedenis is geen troonrede van God, maar Zijn gesprek met mensen. Wie niet alles verknoeien wil, moet de stemmen van de partners goed onderscheiden.
Dankbaarheid is ook een ervaringswoord – ik heb iets ontvangen (charis) om door te geven. Moderne filosofen spreken merkwaardig genoeg niet over dankbaarheid. Als je de empirische ervaringen naar je toe laat komen kom je haast niet anders toe dan tot transcedentie: quod Deum dicimus – dit is wat wij God noemen (Thomas van Aquino)
kerk en dorp: leefbaar en herkenbaar

In de avond komt Jacobine Gelderloos ons vertellen over de dorpskerken beweging die ontstaan is vanuit haar onderzoek “Meaningful in the margins:churches and quality of life in the Dutch countryside”. Ze heeft de wetenschappelijke inzichten praktisch verwerkt in het boekje “Sporen van God in het dorp”
Een belangrijke notie die Jacobine naar voren brengt is het wegkomen uit de overlevingsvraag.
Daar zitten veel kerken mee, wat vooral leidt tot telkens opeenvolgende reorganisaties. De kerk op het dorp wordt daarbij onderdeel van een gemeenschap van meerdere dorpskerken.
Om niet in de organisatievraag te blijven hangen is het belangrijk om niet achterom, maar opzij te kijken.
Welke sporen van God vinden we hier op het dorp? Welke rol en betekenis heeft zijn kerk hier op dit dorp? Hoe kunnen we als kerkgemeenschap hier van betekenis zijn?
Veelvormig verbonden
Met de focus op het dorp, kun je zoeken naar een veelvormige manier van verbonden zijn. Te denken valt aan vormen van verbondenheid rond de volgende kernwoorden:
- gemeenschap: mensen- van verschillende generaties en achtergronden;
- activiteiten: regelmatig terugkerende activiteiten als kerkdiensten, gespreksgroepen, werkgroepen zijn van groot belang om een band en een gedeeld verhaal op te bouwen;
- evenementen: Dorpskerkelijk jaar waarbij momenten voorbij komen als: Kerst, Pasen-passion, herdenken en het dorpsfeest;
- plaats: kerkgebouw- plek van ontmoeting, daarnaast ook de kerk buiten de kerk (school, verzorgingshuis, feesttent).

In Engeland is aandacht voor rural theology. Jacobine noemt bijv. de titel “Faith and the future of the countryside” van Alan Smith and Jill Hopkinson.
Dag twee: Paul Visser en Ciska Stark – missionair (s)preken
We inventariseren eerst een aantal dilemma’s rond missionair spreken afgezet tegen de verschillende rollen die je als verkondiger aanneemt: verbinder, brug, hermeneut, voorganger, mystagoog, gids, leraar, de evangelist, identificatiefiguren, gesprekspartner. ambassadeur van de Schriften, regisseur .
Wordt de kerk daarmee niet een kerk voor dummies?
Viering kan infantiel worden, hoe hou je het bij elkaar zonder dat je zelf de brug bent tussen die twee werelden. Belangrijke onderwerpen hierbij zijn dat we scherp zicht hebben op de inhoud en de taalvorm in relatie tot verschillende doelgroepen.
vergeten groentes
Wat doe ik met traditionele woorden en begrippen die horen bij het eigene van de christelijke traditie? Hier is de rol van de hermeneut belangrijk. Hoe sluit ik aan bij de doeltroep en doe ik recht aan de eigenheid en het idioom van de Schriften?
universeel bewustzijn
Kun je missionair zijn zonder Gods naam te noemen. Is aanbidding van God een essentieel onderdeel van een viering? Hier komen we bij de rol van de prediker als mystagoog en gids: hoe wijd ik iemand in?
evoceren versus appelleren
Hoe verhouden zich indicatief en imperatief. Is een uitnodiging voldoende? Moet je overtuigingen of wek je verlangen op? Zijn de voorbeelden die je gebruikt voldoende inclusief of sluiten ze juist uit?
Preken moet iets dialogisch hebben. Dat er echt ruimte is om er over door te spreken.
Middagdeel – intro “Preaching as reminding”
Dit haakt aan bij het gegeven dat in de Schrift gedenken / herdenken een belangrijke liturgische notie is. Zou je dat concept ook voor prediking kunnen gebruiken? Sluit dat aan bij wat connect met de cultuur?
De functie van gedenken / memory zijn in onze cultuur wel spannend. We hebben een kort geheugen. Gedenken wordt anderzijds steeds belangrijker en geritualiseerd.
Bijbels theologische lijnen
De Schriften zijn een uitnodiging om te gedenken / herinneren “to remember”. Dan gaat het om het in herinnering roepen met het oog op de toekomst. Als je vanuit deze gedachte naar preken kijkt dan kan dat een “Invitation to remember” worden. Niet wij gaan mensen het geloof aanzeggen. We roepen hun gedachten / levensverhaal op. We gaan preken zien als het in herinnering roepen wat er op de bodem van de ziel en op de bodem van de Schrift ligt.
Predikers zijn mensen die in herinnering roepen aan de hand van de verhalen in de bijbel die onze actualiteit interpreteren. Daarmee ontwerpen we iets als een kaart voor de toekomst.
Tegenover het herdenken staat de zonde van de vergetelheid. God gedenkt de zijnen. Als je vergeet dan gaat het mis. Dat gebeurt in de woestijn. Kijk naar de Psalmen, die willen in herinnering roepen. Herinneren raakt aan de motivatie / drijfveren. Geloof zit op die lijn. Dat vraagt dat we de Schrift interpreteren in lijn met het in herinnering roepen. Dan roep je de verbeelding van mensen wakker: “imagination. “Vergeten is: ballingschap”. Volgen Luther bestaat geloof uit twee woorden: herinneren en herhalen.
Het gaat om relationele hermeneutiek: meebeleven wat daar gebeurt. Dan wordt je zelf ook onderdeel van het verhaal. Daar raakt het de ziel, het verlangen. We oefenen met het maken van een podcast waarbij we op zoek gaan om het verlangen te raken, om ruimte te geven voor herinnering en toekomst perspectief en in dat alles vooral de dialoog te zoeken. De bijbeltekst hiervoor is Lucas 11:1-13.